Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is verantwoordelijk voor leefbaarheid en bereikbaarheid in Nederland. Het zet zich in voor een vlotte doorstroming in een goed ingerichte, schone en veilige omgeving. Het ministerie werkt aan goede verbindingen over de weg, spoor, het water en door de lucht. Het beschermt tegen wateroverlast en bevordert de kwaliteit van lucht en water. Het ministerie zorgt met wetgeving en regelgeving voor een effectief instrumentarium om een goede kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater te waarborgen.

Waarom zijn jullie partner van de campagne Doe het zonder?

Nederland en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We leven met, naast, op en in het water. De Nederlandse wateren zijn de afgelopen jaren veel schoner geworden, maar meststoffen en bestrijdingsmiddelen vormen een hardnekkig probleem. Deze stoffen belemmeren een gezonde ontwikkeling van planten en dieren in het water en maken de drinkwaterbereiding lastig. De overheid wil met wet- en regelgeving zorg dragen voor een goede kwaliteit van oppervlakte- en grondwater. Kant­-en­-klare oplossingen zijn er echter nog niet, of zijn onvoldoende bekend. Overheden, agrariërs, drinkwaterbedrijven, kennisinstellingen maar ook maatschappelijke organisaties zoals Velt kunnen nieuwe maatwerkoplossingen verkennen door de krachten te bundelen. Communicatie is daarbij een belangrijk speerpunt.

Wat is jullie grootste uitdaging?

Doel van het beleid is om de inzet van bestrijdingsmiddelen zoveel mogelijk te beperken, óók in de tuin van de burger. Dit betekent in eerste instantie preventie, vervolgens de inzet van niet-chemische methoden en technieken en alleen in uiterste geval overgaan tot gebruik van chemische gewasbescherming. In de praktijk blijkt de burger moeilijk te overtuigen af te zien van chemische middelen. Zo is het gebruik van glyfosaat weliswaar verminderd maar is men deels overgestapt op andere chemische middelen zoals organische vetzuren met ook nadelige effecten op het bodemleven en de waterkwaliteit. De uitdaging is om de burger niet alleen met informatie of nieuwe regelgeving te stimuleren af te zien van (chemische) bestrijdingsmiddelen, maar de normen en waarden te versterken zodat een chemievrije tuin het ‘nieuwe normaal’ wordt.

Welke tip hebben jullie voor onze lezer?

Besef dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen onkruid, plagen en ziekten ook in jouw tuin effect heeft op de omgeving. Er zijn immers miljoenen tuinen. Vaak zijn deze middelen overbodig. Kijk eerst of je de tuin anders kan inrichten, door bijvoorbeeld zo te beplanten dat onkruid geen kans krijgt (bodembedekkers, grasveld niet in de schaduw, geen ‘zwarte grond’ maar laat bladeren liggen). Onkruid kun je ook gewoon laten staan, omdat het zelf ook een mooie plant kan zijn, of nuttige insecten aantrekt die plaagdieren bestrijden, en onkruid kan zelfs eetbaar zijn. Wil je desondanks bestrijdingsmiddelen toepassen, gebruik dan alléén toegelaten middelen (herkenbaar aan 5-cijferig N-toelatingsnummer), in eerste instantie biologische middelen en pas in het uiterste geval chemische middelen.